Brede steun voor het wetsvoorstel

Op 10 februari jl. werd het wetsvoorstel auteurscontractenrecht door de Tweede Kamer behandeld. Alle aan het beraad deelnemende fracties (VVD, PVV, PvdA , SP en D66, zonder opvallende afwezige CDA) waren tevreden met het wetsvoorstel, met het bereikte akkoord over 45d en met de antwoorden van de staatssecretaris.

Er zijn vier moties ingediend die op brede steun kunnen rekenen en door de staatssecretaris zijn aangemerkt als ondersteuning van zijn beleid. Aan het eerder ingediende amendement Taverne over open access voor wetenschappelijke tijdschriftartikelen is nauwelijks aandacht besteed, anders dan dat dit op brede steun van Kamer en staatssecretaris kan rekenen.

Aanstaande donderdag vindt de stemming plaats en aangenomen mag worden dat het wetsvoorstel met het amendement en de vier moties met ruime meerderheid zullen worden aangenomen.

Het wetsvoorstel zal 2,5 jaar na invoering tussentijds worden geëvalueerd en 5 jaar na invoering (wanneer ook de looptijd van de overeenkomst tussen RODAP en PAM eindigt) zal een grondige evaluatie plaats vinden. Als de Eerste Kamer de behandeling van het wetsvoorstel tijdig afrondt, kan de wetswijziging reeds per 1 juli 2015 in werking treden.

In de bijlagen het stenografisch verslag, de tekst van de ingediende moties en van het amendement Taverne.

Drie wijzigingen t.o.v huidige wet
Het wetsvoorstel Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de versterking van de positie van de auteur en de uitvoerende kunstenaar bij overeenkomsten betreffende het auteursrecht en het naburig recht brengt volgens de staatssecretaris drie grote wijzigingen in de wet:
· De eisen voor het verlenen van een exclusieve licentie worden gelijkgesteld aan de eisen van overdracht.
· Om de maker te ondersteunen bij de onderhandelingen met de exploitant van het werk, worden een zevental bepalingen inzake de exploitatieovereenkomst in de Auteurswet opgenomen. Dit staat in artikel 25b tot en met 25h. Het gaat in dit verband onder meer om het recht om een billijke vergoeding, de bestsellerbepaling en de non usus bepaling.
· Om ervoor te zorgen dat de belangrijkste filmmakers kunnen delen in de opbrengsten van de exploitatie van het filmwerk, wordt het filmauteurscontractrecht gewijzigd en wordt de vergoeding voor bepaalde exploitatiewijzen voortaan door de collectieve beheersorganisatie rechtstreeks bij de exploitant geïnd.

Werkingssfeer

Er waren vragen over de werkingssfeer, onder andere over het buitensluiten van de fictieve maker en van werken in opdracht die niet verder geëxploiteerd worden, maar die werden naar het oordeel van de Kamer naar tevredenheid beantwoord.

Wel was er zorg over de aanspraken van andere makers die een wezenlijke bijdrage aan een film leveren, maar die niet genoemd worden in 45d en niet betrokken zijn bij het PAM-RODAP akkoord. Dat betreft met name de animatieprofessionals en makers van special/visual effects.
De Kamer wilde er echter voor waken het gesloten akkoord open te breken. De kwestie werd daarom doorgeschoven naar de evaluatie en Verhoeven (D66) diende daarop de motie in om bij die evaluatie met name ook de niet bij het akkoord betrokken partijen te betrekken, hetgeen de staatssecretaris al heeft toegezegd.

Geschillencommissie

Platform Makers en Platform Creatieve Media Industrie hebben het afgelopen half jaar, op basis van de betreffende artikelen van het wetsvoorstel, constructief gewerkt aan de opzet van een werkbare gezamenlijke geschillencommissie auteurscontractenrecht.
Partijen zijn in een afrondend stadium van een concept reglement, maar kwamen net tijd te kort om een finale versie van dat reglement af te ronden. Dit positieve signaal was voor de staatssecretaris en de Kamer voldoende om er op te vertrouwen dat die geschillencommissie met laagdrempelige toegang voor makers en uitgevers/producenten er gaat komen. Maar om het belang daarvan kracht bij te zetten is de staatssecretaris via twee moties verzocht om alles in het werk te stellen dat deze geschillencommissie er komt en zo nodig wordt aangewezen.
Over de financiering is echter niet gesproken en dat is natuurlijk nog wel een aandachtspunt om die laagdrempelige toegang voor iedereen zeker te stellen.

Vaststelling van billijkheid tarieven door minister van OCW
Op de vraag van de PvdA waarom niet gekozen is voor een uitzondering op het mededingingsrecht voor tariefafspraken naar Duits voorbeeld werd door de staatssecretaris geantwoord dat dit te weinig rechtszekerheid biedt voor de betrokken partijen, omdat de kans aanwezig blijft dat dergelijke afspraken toch in strijd met het Europese mededingingsrecht worden geoordeeld. De procedure op gezamenlijk verzoek van representatieve organisaties naar de minister van OCW leidt uiteindelijk tot een vaststelling van de minister en daar zien de mededingingsregels niet op. Van Dijk (SP) verzocht daarop in een motie de regering om te stimuleren dat exploitanten en makers in de verschillende sectoren zo
spoedig mogelijk met elkaar in onderhandeling treden ter vaststelling van tarieven. De staatssecretaris gaf aan ook deze motie te beschouwen als een ondersteuning van het beleid. De wetgever schetst de kaders en partijen vullen dat in door daar goede afspraken over te maken met passende tarieven.

(bericht tot stand gekomen met dank aan Voice)
http://www.tweedekamer.nl/kamers…/plenaire_verslagen/detail…

Dit bericht werd geplaatst in Berichten voor filmmakers en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s